Jaargang nr. 24 2010 naar een verjaardag nam ik mijn breiwerk mee. Dan dacht ik: "Praten jullie maar, ik moet op mijn patroon letten". Voor één van de dochters van Piet had ik een rood jurkje gebreid en dat was zo bijzonder geworden, dat het de zusters op school was opgevallen. Mijn been is zo gevormd door de Engelse ziekte vroeger. In die tijd werd er niet zoveel aandacht aan besteed. Later zei de dokter nog: "Wat zonde van dat meidje. Dat been had in een beugel gemoeten". Ik heb veertig jaar bij Van Til in Alkmaar gewerkt. Daar heb ik nog een Koninklijke Onderscheiding voor gekregen. We gingen altijd thuis klaverjassen. Dan kregen we altijd chocolademelk en een speculaasje. Tot half elf, en dan was het bidden en te bed. Zondagavond gingen we altijd klaverjassen, om de beurt bij iemand thuis. Bij Bregt Zwart, Duivie de Winter, ma Zandbergen, mevrouw Stuifbergen en mevrouw Van Der Eng. Dat was een mooie tijd. Ook ben ik zeventien-en-een-half jaar bij het volksdansen geweest, bij Mijntje Guijt. Heerlijk vond ik dat! Lena Ik weet nog van vroeger dat als oma Verver kwam, dan had ze altijd van die toffee-reepjes mee. Dat was chocolade met toffee erin, die vond ik zo lekker! Mijn vriendin vroeger was Guurt Mos, maar later werd dat Ant Mos. Zij woonden ook hier aan de Oosterzijweg. Ik ben thuis blijven helpen totdat de jongens allemaal de deur uit waren. Vanaf toen heb ik werkhuisjes gehad, bij veel gezinnen geholpen en op de Straatweg bij mevrouw Vink - die had een pension - ben ik ook jaren geweest. De laatste achttien jaar het ik bij de Willibrordus Stichting gewerkt, tot mijn zestigste. Ik houd ook van klaverjassen en van vakantiereisjes. Die heb ik vaak gemaakt en daar kijk ik met genoegen naar terug. Beste dames Min, dank jullie wel voor de mooie verhalen. Het geeft een goed beeld van hetschippersleven, en van wat een brand betekent, zeker in oorlogstijd. Ik heb er met genoegen naar geluisterd. Gerda Kuyper-Bruschke 26

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Stichting Oud Limmen | 2010 | | pagina 27