Jaargang nr. 24 2010 brand echt was gebeurd. Hij rekende zelfs de gewone prijs, dus waren we wat dankbaar! Maar het was oorlogstijd, dus we waren meer met eten bezig dan met huisraad. Maar zo zachtjes aan is alles er toch gekomen. Oorlog We zijn de oorlog vrij goed doorgekomen, er was altijd wel wat te eten. Vader had in die tijd slabonen gezet bij de bollenpaadjes van de Firma Valkering. Thuis hadden we een stukkie grond met aardappelen en aardbeien. Soms hadden we wel aardbeien maar geen brood en suiker. Dan aten we pap en dat was wel aangelengd met water. Omdat vader aan het venen was, kon er veel geruild worden. Ook werd er met meel gevaren voor de Willibrordus Stichting en het Mariaoord. Dan kregen we wel eens een zakkie en dan ging vader platters bakken, op de platte pijp van de kachel. Dat kon hij zo best, dat vonden we heerlijk! Van de lege meelzakken maakten we ondergoed. Het enige punt was wel, er bleven altijd wel letters zichtbaar. Dan liepen we met een E of een K op onze kont, al werden die letters langzamerhand door het wassen al fletser. We naaiden er ook handdoeken (langwerpig) en theedoeken (vierkant) van. Zo ging het ook met spinnen, dat hadden wij geleerd, maar onze Gaath kon het wel zo mooi! Daarom ging zij spinnen voor de boeren, en dat werd dan ook weer geruild voor kaas en boter. Het naaien moest ik (Jans) doen. Dagen heb ik zitten naaien, ik spuug er nou van! Door het vervoeren van bieten voor de boeren werd dat soms afgerekend met een pond boter of een paar kaassies. En was er tarwe of maïs, dan liet je dat malen bij de koekenboer en kookte je er bijvoorbeeld maïspap van. Op een ochtend kwam er een Duitse officier aan de deur met de vraag of hier de kapitein woonde. Wij zeiden "Nee", maar om zes uur kwam hij weer terug. Hij was van de Wehrmacht en er moest 's nachts gevaren worden naar Haarlem. Hij vroeg hoeveel olie daarvoor nodig was, waarop Klaas had gezegd: "Zeker drie vaten". Maar ondertussen hadden de soldaten onze schuit al helemaal volgeladen met fietsen en huisraad, enzovoorts. Piet en Klaas gingen met die officier mee en moeder vond het eng, omdat ze bang was dat ze die jongens overboord zouden gooien. In Haarlem moest 24

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Stichting Oud Limmen | 2010 | | pagina 25