Jaargang nr. 24 2010 schuit met een zeil erop. Bij geen wind werd die schuit getrokken door vader en daarvoor droeg hij een haam. Of de schuit duwde hij vooruit met een grote stok. Pas later kwam er een motor op. Moeder moest het altijd maar afwachten en dat betekende, als het erg mistig was en vader was nog niet thuis, dan stond moeder altijd op het straatje. En als ze dan eindelijk binnenkwam, zei ze: "God zij dank, ze zijn van dat Alkmaarder Meer af". Dan waren ze nog lang niet binnen, maar ze herkende vader's stem vanuit de verte. Broer Klaas hielp ook al vrij snel mee. Die was ook gek van varen. Vader, Klaas en Piet hebben eens een nacht vastgezeten op het Alkmaarder Meer met twee schuiten riet. De oorzaak was: ze hadden geen olie meer. En ja, geen telefoon of wat dan ook, dus daar zaten ze dan, ijskoud, hartstikke nat. Het enige dat ze hadden was een toeter, dus nadat het licht werd 's morgens, hoorde een andere schipper hun toeter en zo zijn ze thuisgekomen. Het schippersleven was erg ongeregeld en daar had niet iedereen begrip voor. Vader kwam vaak heel laat thuis. Toen moeder in de kraam lag, was tante Aagt hier in huis om moeder te helpen. Vader kwam pas om twee uur 's nachts thuis en de deur was op slot. Tante Aagt was niet van plan de deur open te doen. "Moet hij maar op tijd thuiskomen!", was haar antwoord. De mannen had het naar hun zin op de schuit, maar het leverde op den duur te kort op. Toen kwamen de auto's. Dat vond vader maar niks, dus de zoons gingen vervoeren met auto's en vader ging wat koeien houden. Brand Ons huis aan de Oosterzijweg was een dubbel woonhuis. En we vergeten het nooit, het gebeurde op 28 april 1942. We hadden nieuwe buren gekregen en die man was veel met foto's bezig. Hij ontwikkelde ze in de kelder, maar hij had de elektrische aansluiting naar de kelder niet goed omwikkeld. Daar lag achteraf de oorzaak: kortsluiting. Er stond op die dag een flinke noordoosten wind. Binnen de kortste keren stond de hele boel in de brand. Grote brokken brandend riet van het dak vlogen in het rond. De buren stonden al buiten en wij wisten op dat moment nog van niets, wij zaten te eten. Klaas Vooren stoof zo maar naar binnen en riep: "Piet Min, je hele huis staat in de brand en het gaat eraan ook!" Nou, je begrijpt, we vlogen naar buiten! 21

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Stichting Oud Limmen | 2010 | | pagina 22