Jaargang nr. 24 2010
bijbehorende veen-bossage. Thans slechts een verloren poel met
wat verdwaalde boompjes en struiken, langs de A9 op weg naar
Alkmaar, vlak bij de afslag Akersloot.
Altijd als ik het zo zie liggen krijg ik
nog steeds een warm en gelukkig
gevoel. Ome Cor vertelde over de
daar groeiende wilde orchidee en
een vleesetende plant, de
zonnedauw. Na enig zoeken kon
hij zijn lessen ook met de
bedoelde flora verluchtigen. De
orchidee deed mij toentertijd niet
zo bijzonder veel, ik, kan mij nog
herinneren dat ik een bloempje
zag, dat voor mij hetzelfde was;
boter-, paarden- of pinksterbloem.
Doch de vleesetende zonnedauw
maakte grote indruk. Ik zie nog
een zwarte vlekachtige massa op
de rode stampertjes van het
bloemetje, iets dat volgens ome
Cor resten waren van een vlieg. Ik
wilde zoiets moois hebben en mee naar huis nemen. De
natuurliefhebber Cor van der Steen overtuigde ons dat het geen
goed. idee was, maar dat deze plantjes in de natuur thuishoorden
en dat wij daar respect voor moesten hebben.
De rest van de dag werd doorgebracht met pannenkoeken bakken,
zwemmen, zonnen, kijken wat er (zonder dat ome Cor het merkte)
zoal in de fuiken zat en overboord donderen. Dit overboord vallen
gebeurde met enige regelmaat, vooral door de kleinsten waar ik
natuurlijk toe behoorde.
Toen we eenmaal tot rust waren gekomen en vermoeid neer zaten
op de bodem van de boot, vertelde ome Cor. En vertellen kon hij.
Meestal van Lange Pier, een kwajongen, en Slappe Thijs de
veldwachter, verhalen van gewone mensen in hun strijd tegen
onrechtvaardig gezag. Wij zaten aan zijn lippen gekluisterd; alleen
11