Jaargang nr. 23 2009
Verzuimd eerbetoon
De soldaten hadden meer vrije tijd dan zij thuis gewend waren. Na
diensttijd even de stad in was altijd een leuk uitstapje.
Mijn vader vertelde dat hij een dienstmaatje uit West-Friesland had.
Die heette Cor Vlaarkamp, meen ik me te herinneren. De West-Fries
had een hekel aan de veel voorkomende dikdoenerij van officieren en
onderofficieren. De gewone soldaat was ondergeschikt en sommigen
lieten dat duidelijk voelen.
Toen mijn vader en zijn maatje in Den Helder wandelden, zag Cor
een officier met een adjudant naderen.
"Kijk Piet", zei hij, "deer komt weer zo'n opgebleze opskepper, ik zel
um te graze neme". Hij liep het gezelschap voorbij zonder te groeten,
en dat was in die dagen een ernstig vergrijp, want de
machtsverhoudingen moesten duidelijk zijn.
De adjudant liep op Cor toe en beet hem op snerpende toon toe:
"Kan jij niet groeten?"
De West-Fries bleef heel kalm en antwoordde met de wedervraag:
"Groete? Weervoor?"
"Voor de Schout bij nacht natuurlijk!", snauwde de adjudant.
"Wat zee je nou, skoft bij nacht? Oh joh, ik docht dat ut un vent van 't
spoor was", antwoordde de eerbetoonweigeraar.
De vergoedingen
De soldaten die vrijgezel waren ontvingen een klein zakcentje.
De soldaten die gehuwd waren lieten een gezin achter en omdat er
niet werd gewerkt zat zo'n gezin zonder inkomen. Daar was een
regeling voor getroffen die voor de uitvoering bij de gemeenten
berustte. Voor Limmen was dat bij burgemeester Nieuwenhuysen.
Dat was een jonge vent van gegoede huize en hij had geen idee wat
een arbeidersgezin nodig had om in leven te blijven. Wel dacht hij dat
het niet veel zou zijn en hij stelde f 5,00 per week vast. Nee, dat
namen de huisvrouwen niet. Er ging ook nog een bedragje af omdat
men stelde dat de vader in dienst was en dus daar eten kreeg: die at
op rijkskosten. De dames gingen klagen aan de ambtswoning en de
burgemeester beloofde een onderzoek in te stellen om er achter te
komen wat een gezin nodig had om te overleven. Natuurlijk ging hij
8