Jaargang nr. 23 2009 Bij het haventje aangekomen zag ik dat Klaas Glorie en Piet Zeeman juist bezig waren het roeischuitje van Knelis Glorie de vader van Klaas) klaar te maken om te gaan roeien. Zij zagen mij komen en riepen: "Piet, ga met ons mee, joh". Nou ja, daar had ik ook wel zin in want ook roeien vond ik een heerlijke sport. Zo gingen wij drieën roeiend naar het Limmerdie. Ik roeide en op het Overdie stonden overal de stokken waar de fuiken van Dill aan vast zaten. Omdat ik al roeiend met de rug naar de vaarrichting zat, zag ik niet dat ik heel dicht langs een fuikenstok voer. Piet Zeeman greep de stok en tilde hem een stukje omhoog zodat een deel van de fuik boven water kwam. Moffenvoedsel Wat hij te zien kreeg deed hem enthousiast uitroepen: "Noh joh, hij zit stikvol met vis." "Nee hoor, zitten laten! We mogen ze niet meenemen!", zei ik in eerste instantie. Maar soms is het leven sterker dan de leer. Eén van de jongens riep uit: "Weet je wel dat Dill de vis verkoopt aan de moffen?" Ho, wacht effe, dat veranderde de zaak. Die rotmoffen zouden niet onze kostbare vis opvreten. Het werd een daad van vaderlandsliefde en heldendom. Ons geweten was gerust gesteld en de diefstal was omgezet in verzet tegen een vijand van het vaderland: helden waren wij, strijders voor het vaderland voor ons gevoel. Het was inderdaad een wonder zoveel vis in die ene fuik. Wij ledigden hem in ons roeibootje en gingen meteen weer terug naar het Laanderstet waar mijn kano op het karretje geduldig op mij lag te wachten. Wij hadden natuurlijk geen emmers mee om de vis in te doen en daarom loste ik dat probleem op door voor te stellen mijn kano te vullen met de vis. Prachtig idee vonden de jongens en zo geschied de. Wij liepen door de Nieuwelaan, en wat wij noemden "Het laantje van Gerrit Groot" naar de Hogeweg en daar in het laatste huis bij de scheipaal met Heiloo woonde Knelis Glorie. Dat was onze eerste losplaats. Tenminste dat dachten wij. Maar toen vader Knelis de inhoud van mijn kano zag veranderde er iets in zijn gelaatsuitdruk king wat ik herkende. 53

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Stichting Oud Limmen | 2009 | | pagina 54