Jaargang nr. 23 2009
Hij richtte zich plechtig tot Haring en zei: "Jij hebt dat bijltje geleend,
hè?" Dat moest Bertus beamen, maar hij trachtte er een gerecht
vaardigd ruilobject van te kunnen maken.
Daar trapte de pastoor niet in, hij zei: "Het geleende niet terug geven
is een om wraak roepende zonde. Dit kan je nooit doen, dus geef
die bijl direct terug."
Jan Kuyper kwam er heel goed vanaf;
Pastoor oordeelde dat Klaas er niks aan kon
doen; het paaltje was niet goed zichtbaar.
Bovendien mocht de fuik er niet gezet
worden omdat Haring geen visrecht bezat.
Hij moest met een hengel gaan vissen, dat
was toegestaan, was de mening van de
pastoor.
Geef elkaar een hand, zei hij tot slot, en leef
verder als goede buren naar recht en
billijkheid.
Hoe het verder ging weet ik niet, maar wel
heeft Klaas Kuyper mij nog verteld dat
Immetje zijn hengel aan Haring had
gegeven. "Maar dat kon me niks schele, ik
viste toch nooit", zei Klaas.
Ongetwijfeld heeft Immetje medelijden
gehad met Bertus Haring.
II VERTROUWD GOED
Terwijl ik het voorafgaande verhaal zo aan het schrijven was kwam
mij plotseling een voorval in gedachte waar ik zelf bij betrokken was
en dat ook met fuiken te maken had. Dat alles was overigens ruim
20 jaar later.
Het was in 1940, de moffen hadden met hondse brutaliteit ons land
bezet. Mijn vriendjes en ik waren jochies van plusminus 14-15 jaar
oud en wij vermaakten ons vaak op het water. Op een mooie dag in
juni liep ik met mijn kano op een karretje naar het Laanderstet om
heerlijk te gaan peddelen.
52
Pastoor Peeperkorn