Jaargang nr. 23 2009
FUIKEN LICHTEN
I. HET CLANDESTIENE FUIKJE
In de eerste decennia van de vorige eeuw was Limmen nog steeds
een oase van rust en stilte.
De mensen leefden in vrede met elkaar, hielpen en steunden elkaar,
want burenplicht was een ongeschreven maar heilige wet.
Ons verhaal gaat vandaag over enkele bewoners van het
'bokkepadje'. Eigenlijk is de naam van dat weggetje: Oudeweg,
maar omdat de grazige bermen van die zandweg uitnodigden tot
begrazing stond daar altijd een bok die zich tegoed deed aan het
malse en kruidige voedsel.
De naam Oude Weg dankt dat stukje weg aan het feit dat het vóór
1825 deel uitmaakte
van de verbindings
weg Alkmaar-Haarlem
die door Limmen liep.
Dat was een zand
weg. Toen in 1825 de
weg eindelijk werd
bestraat, ging men die
meteen recht trekken
en alle gekke slingers
vermijden. Die kron
kels waren ontstaan
doordat men op de
zandwegen met ge-
ree om de plassen heen ging rijden. Er is in Limmen nog zo'n stukje,
dat heet de "Oude postweg" en dat ligt aan de noordkant van garage
Kleverlaan.
In het bokkepadje woonde in die dagen een klein keuterboertje die
een paar stuks vee had lopen in het Oosterveld. Zijn naam was
Bertus Haring. Of dat zijn echte naam was of een bijnaam weet ik
niet, maar dat zou best kunnen gezien zijn hobby. Hij had een
schuitje waarmee hij naar zijn beestjes ging en och, als je toch in de
polder zit kan je wel even een fuikje zetten aan de rietkraag. Dat
ging in één moeite door. De stokken mochten niet te veel zichtbaar
zijn want wat Haring deed mocht niet.
48
Oude Postweg