Jaargang nr. 23 2009 heb niets te zeggen", waarop hij vroeg: "Weet je het zeker?"; mijn antwoord: "Ja!". Ik mocht vaak voorzingen bij gebeden en religieus voorlezen, want ik heb nogal een goede zangstem. Dan ben je cantores. Met de novice meesteres kon ik het niet zo goed vinden. Als je met haar een gesprek wilde, moest je een briefje op de pin doen met de vraag om een onderhoud. Zo viel het mij en de andere zusters op dat er bij ons een dochter van een arts was, die telkens vroeg om een onderhoud als er gewerkt moest worden. Alles kwam zo op de anderen neer! Dat zat me dwars, dus vroeg ik ook om een onderhoud. Nou, mooi niet! Het werd oorlog. Het resultaat was dat ik overgeplaatst werd naar de voordeur en bij de spreekkamers. Ik mocht niet meer in het noviciaat werken. Je moest retraite tafels verzorgen enzovoorts. Ik ben wat keren met serviesgoed van de trappen afgedonderd. Daar moest ik de verdere tijd blijven, totdat ik mijn professie zou doen. De novice-meesteres zei: "Ik denk niet dat jij je professie mag doen", waarop ik reageerde: "Nou, ik ben er klaar mee, ik ga naar huis!". Later in een gesprek met de priester directeur, zei hij: "Dat heeft zij niet alleen te bepalen". Ik heb mijn professie gedaan in oktober 1952. Ik kan daarover zeggen, dat het een geweldige tijd was. Ik ben erdoor gevormd, heb er veel van geleerd en heb mijn fouten leren inzien. Moeder's makkelijkste was ik niet. Nadat ik mijn professie had gedaan, werd ik overgeplaatst naar Den Helder. Daar werd mij te kennen gegeven dat ik in de keuken moest werken. Nou ja, dat is dan maar zo. Achteraf werd dat alleen maar gezegd om te kijken hoe ik erop zou reageren, want ik mocht de verpleegopleiding volgen. Na drie jaar heb je dan je diploma A, maar daarvóór moest ik eerst mijn diploma godsdienst A halen, want je was wel een katholiek verpleegkundige! Daarna heb ik mijn kraamdiploma gehaald. Omdat het hoofd van de kraamafdeling overleed, werd ik gelijk hoofdverpleegkundige. In die tijd heb ik tien maanden een baby verzorgd, wiens moeder bij de geboorte was overleden. Ik heb nog contact met deze jongen. 19 Ik ben wat keren met serviesgoed van de trappen afgedonderd

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Stichting Oud Limmen | 2009 | | pagina 20