Jaargang nr. 23 2009
IN GESPREK MET... JO RIETVELD
Wij woonden aan de Pagenlaan. Mijn vader was boer/tuinder, en mijn
moeder was er één van Mooy van de Middenweg. Mijn ouders
kregen tien kinderen, waarvan twee zusjes heel jong zijn overleden.
Het eerste meisje heette Aagie en is met acht maanden oud
overleden. Toen kwamen er twee jongens, Anton en Piet. Daarna
kregen mijn ouders weer een meisje; ze noemden haar ook Aagie en
zij is ook na acht/negen maanden overleden. Toen kwam onze
Gerard en daarna weer een meisje. Vroeger moest je een baby
binnen 24 uur laten dopen. Mijn moeder lag nog op bed en mijn
vader ging naar de kerk om het kindje te laten dopen. Ze zei: "Je
noemt het geen Aagie, hoor!", maar de pastoor zei: "Ik ben de derde
Jan". Dit heeft mijn vader toch doen besluiten haar Aagie te noemen
en zij is inmiddels 81. Na Aagie kregen mijn ouders drie meiden: Jo,
Corrie en Wil. Als laatste kwam Jaap.
16
Staand vinr: Jaap, Kees Min, Corrie, Jan Klamer, Willie, Gerard, Corrie Pronk,
Jo, Piet en Gitta Klitsie
Zittend vlnr: Tinie Admiraal, Aaf van Veen, Anton, moeder, vader, Aagie
en Gerard Duinmayer