Jaargang nr. 22 2008
waren wel eens ondeugend, maar zeker niet misdadig. Dronkenschap was echter
wel een probleem in die tijd.
De nieuwe situatie bracht wrevel en uit processen-verbaal die ik heb gelezen blijkt
dat de jongelui het bloed van Annaert graag zouden drinken. Dan gaat het fout in een
dorp; want er moet altijd respect zijn voor de overheid die op zijn beurt moet waken
over veiligheid en welbevinden van zijn burgers.
Je kon er op wachten: het moest wel uit de hand lopen en dat deed het dan ook. In
de oudejaarsnacht van 1911 naar 1912, 's nachts om ongeveer 1.30 uur, waren een
stel jongens van zo rond de twintig jaar plus een jongen van veertien jaar, nog op
straat. Zij waren juist bezig om de winkelier Maarten Verver uit zijn bed te krijgen
door op zijn raam te trommelen. Maarten had zure haring en daar hadden de
jongens, na al dat bier, trek in gekregen.
Annaert hield het troepje al een poosje in de gaten en op het mo- ment dat het
trommelen begon vond hij het zijn plicht in te grijpen. Immers, er was sprake van
verstoring van de openbare orde en de nachtrust van burgers. Hij snelde heen en
greep de trommelaar in zijn kraag en liet de handeling vergezeld gaan met het bevel:
"mee jij, je staat onder arrest". Maar dat had Annaert beter anders kunnen doen,
want de andere jongens grepen Annaert en smeten hem op de grond, voetbalden
met diens fraaie dienstpet en trapten zijn sabel krom.
De jongste jongen had er zo'n schik in dat hij enthousiast uitriep: "Toe jongens, nou
heb je den ploert, maak hem nu kapot".
Voor de rechter in Alkmaar getuigde de
burgemeester dat hij alles had gezien en de
jongens aan hun kleding en hun stemmen
had herkend. Dat incident leverde de
jongens zware gevangenisstraffen op en juist
dat feit, namen de dorpelingen de
burgemeester en de politie kwalijk. In feite
stonden zij in hun recht; de handelswijze van
de jongens was zeer afkeurenswaardig.
Maar misdrijf? Dat niet...
In dat jaar vertrokken zowel de
burgemeester als de politieman.
Burgemeester J. Nieuwehuysen.
8