Jaargang nr. 22 2008
en mijn jongste!" Het is gelukkig goed afgekomen. ik weet nog
dat het roze hoedje, dat mijn broertje ophad, platgereden was.
Later is daar aan de spoorlijn, achter bij Doris de Winter, een
transformatorhuis gebouwd. Tijdens de werkzaamheden
eraan is één van de werkers daarbij omgekomen. Er hing een
waarschuwingsbord. Toch gingen wij bij dat transformatorhuis
pootje baden. Jacob is zelfs in de vierkante toren daar gekropen.
Moeder zag het en vroeg heel rustig of hij naar beneden kwam,
om hem niet te laten schrikken. Pas toen hij veilig beneden was,
kreeg hij een paar rake klappen."
De oorlogstijd heeft u ook bewust meegemaakt?
"Vader had samen met Cor Groot (uit Het Woelige Nest) samen een varken. Ze
hadden het hok met balen stro afgeschermd. Nadat het beest geslacht was, gingen
wij met een wasketel het vlees ophalen. Het vlees eronder, en wasgoed er bovenop.
Want je moest er altijd rekening mee houden, dat de Duitsers langskwamen en dan
was je alles kwijt.
Eén van onze jongens had twee grote parachutes gevonden in het weiland. Het was
van die mooie, lichte stof. Daar heeft mijn moeder drie verschillende jurken van
genaaid en met surrogaatzijde geborduurd. Dat kon mijn moeder heel mooi. De
jurken mochten gezien worden!
Mijn broer Jacob ging eens met de hond op stap. De hond had een hekel aan
uniformen, door een schop van een postbode. Hij gromde daarom naar de Duitsers,
die een geweer op hem richten. Mijn broer boog over de hond en kreeg met grote,
vragende ogen naar de Duitser op. Gelukkig liet die toen zijn geweer zakken.
Een andere keer was mijn broer Johan melk halen. Hij werd gewaarschuwd om terug
te gaan, maar hij liep door. Duitsers waren een huis aan het doorzoeken en ieder die
langskwam, werd tegen het huis gezet. Als ze iets zouden vinden, werden de
mensen
48