Jaargang nr. 22 2008
zonder stofzuiger, alles moest je met de hand dweilen en afnemen. Die mensen
hadden veel geld en waren verder goed, maar ze vertrouwden je niet. Ze legden wel
eens geld op een richel, of in je schort of in een vuilnisemmer.
Ik had het idee, dat ze dat expres deden om te kijken of je eerlijk was. Vervelend
vond ik dat wel..
Er was eens een aardig kruideniertje
Die lustte zijn borrel zo graag.
Op zekere dag was hij aan het pimpelen
Hij kreeg een flink stuk in zijn kraag.
Toen rolde hij over de toonbank.
Met zijn kop in een emmer met stroop.
En toen riep hij zijn kinderen terwijl hem
De stroop van zijn sikkie afdroop.
REFREIN:
Lik, lik, kinderen lik
Vader heb stroop aan zijn sik.
Lik, lik, kinderen lik
0, wat heb vader de hik.
Overal stroop in mijn sik en mijn haar
Kinderen help je ouwe vaar
Lik, lieve kinderen ik voel me zo raar
Alles dat kleeft aan mekaar.
(tekst van een voordracht)
Broer Dirk is in Leuven in België tot priester gewijd. Het was een hele reis met de
trein. De zondag daarna deed hij de mis in Limmen. Broer Cor had voor hem een
erepoort gemaakt. Een priester binnen een gezin gaf een rijk aanzien. Ik had al een
jaar verkering met ene Jan. Mijn broer Cor ging trouwen en dat gebeurde altijd in de
ochtend. Mijn vriend Jan zou bij ons slapen, maar dan wel boven. Je moest dan
buiten om met een laddertje naar boven. Ik sliep zelf beneden. Maar Dirk, die nu
priester was, was daar tegen. We mochten niet met z'n tweeën onder één dak
slapen. Wat een probleem. Je kon met geen mogelijkheid bij elkaar komen. Ik moest
bij mijn oom een slaapplaats zoeken. Dat heb je weer met een priester in huis. De
verkering met Jan is later overgegaan.
41