Jaargang nr. 21 2007
IN DE OORLOG'ZEEBANKET'
In de oorlog hadden wij thuis altijd dieren, waaronder in dit geval een geit of bok, die
aan een kuurpen aan een stuk touw vast stond. Toch heeft het beest menig haarstrik
van m'n zussen of mij uitgetrokken en verorberd.
Op een goede, of kwade dag voor ons kinderen, was het beest verdwenen en
uiteraard misten we het. Het verhaal ging dat het beest verkocht was. Wat wel heel
fijn voor het gezin was, was dat er nu wekenlang 'Zeebanket' op het menu stond.
Heerlijk, wat een lekker vlees. Het was er anders zelden of nooit.
Vele jaren later
Werd ons verteld dat het heerlijk
smakende 'zee- banket' onze eigen geit
of bok was geweest. Slachten was nl.
verboden in oorlogstijd.
Een aansluitende anekdote: Met Kerst
werd er binnen het gezin kerstliedjes
met elkaar gezongen, o.a. deze zin op
de wijs van "Venite Adorémus": Wij
willen geven hart en nier en lever net
als onze bok.
De volwassenen lachten altijd
geheimzinnig naar elkaar.
wij kinderen lachten schaapachtig mee
van 'het zal wel'. Pas jaren later werd
het ons verteld.
Klein aannemen
Ria Hejne-Hollander
51