JAARGANG NR. 20 2006
Nu hadden wij ontdekt dat op het einde van de gang boven er een ruimte was om
bijvoorbeeld films af te draaien voor de grote zaal beneden. Door een raampje
konden wij naar beneden kijken, zo zagen wij dat er een hele groep mannen naar
binnen werd geloodst, naderhand werd mij verteld dat deze mannen bij een razzia
opgepakt waren. Dat de Duitsers bij het Velserpont een soort fuik hadden opgesteld
en ze zo te grazen hebben genomen, waarna ze naar Limmen zijn gevoerd. Die
mannen hadden niets te eten dus toen zij onze handkar zagen met wortelen, kooi
enz. deden zij zich daar te goed aan. De volgende ochtend werd er appèl gehouden
en ontdekten de Duitsers dat er wat mensen ontkomen waren.
Het hele hotel werd uitgekamd. Mevrouw Dammers had ons in een muurkast
opgesloten, reken maar dat wij het daar benauwd hebben gehad en koud, het was
zoiets van vier graden Celsius. Maar dat terzijde; we waren allang blij dat we niet
gevonden zijn. Mevrouw Dammers heeft ons uit die kast bevrijd en in haar keukentje
wat te eten voor ons gemaakt, ik denk dat het toen zo'n avonds acht uur was dat er
op de deur werd gebonsd. Wij schrokken ons rot en zijn als de bliksem weg gedoken.
Gelukkig bleek het loos alarm, het was een man die alsnog gevlucht was.
De volgende dag zijn wij met de half leeggegeten bakfiets naar Haarlem
teruggereden.
Daarbij moet je wel bedenken dat eik uniform ons de nodige angst bezorgde.
Zo wisten wij ook dat bij het spoorlijntje bij Duin en Kruidberg een hele nauwe
doorgang was gemaakt en daar stonden altijd Duitsers en je wist nooit van tevoren of
zij een razzia zouden houden. Maar we zijn er goed doorheen gekomen. En daarna
was gelukkig de bevrijding er.
Zo vlak na de oorlog was iedereen bezig met het oppakken van het gewone leven,
voor mij betekende dat het schoolleven (H.B.S.) weer op te pakken of aan het werk
bij mijn vader in de zaak. Dat laatste is het geworden.
40