JAARGANG NR. 20 2006
ven, bij de kinderen" zei ik. Mens, wat was ik blij dat ze eindelijk gingen.
De familie Adrichem bij de resten van hun boerderij.
Links knecht Cor Meyne, die ternauwernood aan de
Duitsers wist te ontsnappen.
Een andere keer, 's nachts, het was stikdonker buiten, werd er geklopt op het kleine
zijraampje. We schrokken ons rot. Ik hoorde de Duitsers iets roepen als "Slot, slot'
dus ik zeg tegen Arie: "Je moet de deur open doen' ''want alles zat op slot. Maar je
hebt dan wel angst, hoor. Gelukkig vroegen ze de weg naar Akersloot. Op z'n Duits;
daarom klonk het als 'slot'. Toch waren er ook Duitsers die het zelf ook rot vonden,
ook maar gestuurd waren door hun regering. Zo vergeet ik nooit, het was op het eind
van de oorlog, toen die dijk bij de Wieringermeer doorgestoken werd, dat een Duitser
zei: "Zonde van die dijk, dat was helemaal niet nodig meer, we hebben toch al
verloren"
Nou rne knecht en toch ben je nog blijd ook
23