JAARGANG NR. 20 2006 IN GESPREK MET. Mevr. KOOT-GROOT Als kind huilen als ik weer naar mijn dienstje moest Mijn man in geboren in Limmen en kwam uit een gezin van 13 kinderen. Hij was de jongste van de jongens, na hem kwam alleen Grietje nog. Zelf ben ik geboren in Limmen, wij woonden aan de Nesse, een afslag van de Provinciale weg naar Uitgeest. Ik weet er nog van dat de Provinciale weg verhard werd; daarvóór was het een paardenpaadje. Vanaf dat moment werd de Nesse een doodlopend weggetje. Onze Leny woont daar nu nog. Toen ik zeven jaar oud was, verhuisden mijn ouders naar Heerhugowaard. Daar begonnen zij een bouwerij, aardappelen en groenten. Er was ook nog een stukkie grasland bij. Met je twaalfde ging je van school af en uit dienen. Mijn oudste zus bij de ouders van mijn moeder en ik naar Limmen, bij de ouders van vader aan de gang. Lk weet nog, 's rnorgens zat ik nog op school en 's middags moest ik mee om alvast in te werken. Gehuild heb ik toen, maar je had geen keus; ik wou veel liever nog knikkeren enz. met de andere kinderen. Je mocht maar één keer in de maand naar huis, en dan ben je pas twaalf en zit bij oude mensen in huis. Bij mijn grootouders ben ik gebleven tot hun overlijden. Zes jaar heb ik daar gewerkt voor 1 gulden in de week. Een droog hempie en broekie lagen klaar Daarna ben ik bij Piet dewit beland in Heiloo. Die boerderij staat er nog aan de Oosterzijweg, daar heb ik zeven jaar gewerkt. Dat was aanpoten, daar. 's Morgens om vier uur je bed uit om te melken. Dan ging je met z'n drieën met de driewielderkar 18

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Stichting Oud Limmen | 2006 | | pagina 19