Een begrafenis van klasse in Castricum,
met de koets van Twisk, vlak na de oorlog.
overledene ruim voor de aanvang van de mis in de kerk opgesteld te hebben moest
de lijkstoet al om kwart voor negen bij de kerk arriveren. Wij stonden dan bij het
kerkenhek als de rouwstoet arriveerde. Dat was een prachtig sinister schouwspel.
Dat mochten wij niet missen.
Het was niet altijd even indrukwekkend; maar later begreep ik dat het met klasse te
maken had. Als er een koets kwam met twee paarden die aangekleed waren met
zwarte mantels en met zwarte pluimen op de koppen, nou dan was het bingo. Heel
hoog op de bok zat de koetsier, eveneens uitgedost zoals zijn paarden en bovendien
voorzien van kwasten en op zijn hoofd een steek die wij herkenden van de plaatjes
van Napoleon uit ons geschiedenisboek.
De koets zag er heel griezelig uit; helemaal zwart en ook voorzien van zwarte lappen
en doeken waaraan zilverkleurige rafels en kwastjes hingen. Als de koets voor de
kerk tot stilstand was geko-
59