Jaargang nr. 19 2005
De begrafenis volgens het oude boekje
Toen er nog geen begrafenisverenigingen bestonden was het begeleiden en ten
grave dragen van een overledene burenplicht. St. Martinus is opgericht in 1933; ons
verhaal speelt in 1929. Voor de begrafenis van Peet Geert werden dan ook de buren
ingeschakeld. Die moesten dan overal voor zorgen, niet alleen voor stemmige kledij
maar ook voor een wagen met paard waarmee Peet Geert haar tocht naar de laatste
rustplaats zou maken.
Ik herinner me dat mijn vader zo'n hoge cilinderhoed op had, maar niet iedereen had
de beschikking over een hoge hoed en zo zag men een mooie variatie aan
hoofddeksels. De zwarte jassen was meestal geen punt want er bestond in de mode
van die tijd maar één kleur en dat was zwart. Op dat punt waren wij allemaal
Calvinisten. Er was afgesproken dat Peet Geert haar laatste gang zou maken op de
boerenwagen van Lau Cornelisse. De buren waren er voor klaar en toen zij de
volgende morgen (gelukkig een beetje ruim voor tijd) bij Lau kwamen om de wagen
op te halen, bleek die nog vol met mest te staan...
In allerijl werd de mest gelost, maar toen moest de wagen nog worden
schoongemaakt. Dat was niet eenvoudig want water bevriest onmiddellijk bij strenge
vorst. Het gevolg van de heldhaftige pogingen om de kar schoon te krijgen was het
creëren van een ijsbaan. Er zat niets anders op dan Peet Geert dan maar op de
ijswagen te schuiven. En zo geschiedde. Aan alle kanten hingen dikke ijspieken aan
de wagen en het zal mogelijk de meest bizarre begrafenis aller tijden zijn geweest.
Het verschil met begrafenissen die ik als kind op school aanschouwde, was wel
bijzonder groot.
Onze school stond naast de kerk en de les begon om negen uur. Dat was ook het
aanvangstuur van de requiern missen en om de
58