Jaargang nr. 19 2005
weg af waardoor de enige toegangsweg goed in de gaten gehouden kon worden.
Dat laatste werd echter verzuimd want een tweetal militaire staljongens, vermoedelijk
op zoek naar hooi voor hun beesten, konden in de week daarvoor ongezien de
boerderij benaderen. Zelfs deze eenvoudige lieden begrepen onmiddellijk
dat ze op het verkeerde moment op de verkeerde plaats terecht waren gekomen
want ze zagen wapens en munitie, breed uitgestald, op de deel liggen. Ze namen
meteen de benen, maar hun aftocht werd wel opgemerkt. Er werd geschoten maar
één van de twee wist te ontkomen. Mijn tante Trien Hageman aan de Achterweg
heeft die soldaat in volkomen paniek voorbij zien vluchten. Korte tijd later verscheen
een afdeling van die Grüne Polizei of Feidgendarrnerie (ze hadden zo'n blikken,
halve maanvorming ding op hun borst, maar wat was hun rang??) die de
boerderij omsingelde en in de brand schoten maar de vogels waren al gevlogen. Je
kan er vergif op innemen dat de verzetsdaad werd gewroken. Daarvoor waren al
eerder burgers opgepakt veelal uit de bovenlaag van de burgerij zoals advocaten,
notarissen e.d., die vervolgens ergens aan de Weteringschans in Amsterdam in
gijzeling werden gehouden om zo nodig als wraakoff er te dienen. Dat er in Lirnmen
we mensen rondliepen die hun gezonde verstand gebruikten moge blijken uit het
navolgende. Er werd al grondig nagedacht over wat er na de bevrijding zou
gebeuren. Al tijdens de bezetting werd er op de melodie van Lili
Marlene het lied gezongen:
"in die oude Helder
In de Marelaan
Daar staan de meiden
die met de Moffen gaan.
Als ik ze zie
dan schrijf ik ze op
En na de Krieg
een kale kop
34