Jaargang nr. 19 2005
slaagde zijn toestel juist nog ruimschoots vóór het meertje aan de grond te krijgen.
De derg
Meester had er lucht van gekregen dat er een toestel was geland. Hoe hij daar
achter kwam snapten wij niet; maar zo was dat met meesters: zij zagen alles. Dat
kwam ons niet altijd goed uit, maar nu dan wel natuurlijk. Want er was avontuur in het
verschiet.
"Hij staat in het weiland bij het Overdie', had meester ons laten weten. Toen om half
vier de school uit was renden wij naar de Dusseldorpervaart en via de notweg naar
het Die. Nu zouden wij eindelijk een vliegtuig kunnen aanraken, denkje eens in: wat
een sensatie.
Maar dat zat ons niet glad. Toen wij ter plekke waren gearriveerd was de Koekoek
juist bezig om Keessie de Kod uit zijn eigen derg weg te jagen. Dat ging niet zomaar
want punt één: de derg waar het toestelletje stond was van Kees. En punt twee: De
Koekoek en Kees waren geen vrienden; dat waren zij nooit geweest en dat zouden
zij nooit meer worden ook. Waarvan akte.
Kees Dekker werd Kees de Kod genoemd omdat hij in het recente verleden
koddebeier was geweest. Omdat er meerdere Dekkers waren met de voornaam
Kees was het vaak nodig om een bijnaam te hebben. Verbaal zou De Kod het van
De Koekoek kunnen winnen; hij had een vlijmscherpe tong. Maar fysiek was de
kleine Keessie op afstand in de minderheid bij de grote en brede Koekoek. Het leek
een strijd te worden tussen David en Goliath en deze eindigde nu eens niet in het
voordeel van de kleine David, zoals in het bijbelverhaal.
Dat ook wij achter het damhek moesten blijven lag voor de hand, nu ook de eigenaar
van het land niet werd toegelaten.
Wat was er nl. aan de hand: de piloot, die ongedeerd uit zijn toestel stapte,
commandeerde aan de Koekoek dat bij alle
27