Jaargang nr. 19 2005
Dick Wester en IJs Dirkson zaten ook in het bestuur en waren het roerend met Frans
eens.
Buiten die drie was ook dokter Bremmers vanuit zijn functie als arts vaak aanwezig.
Meerdere malen had Bremmers gezegd dat de bewoners veel te veel zout kregen.
Hij heeft er wat voor gestreden. Dat kwam o.a. door de bonen enz. uit het vat. Maar
toen was het inzouten gelijk van de baan. Voorheen werd, zoals ik al zei, alles
gebruikt. Zo stonden er in de kelder nog weckfiessen vol bonen, maar ook flessen
bramensap met kaars- vet erop gegoten om het luchtdicht te maken. Omdat
sommige flessen al een jaar of drie stonden, was het gistingsproces behoorlijk op
gang gekomen. Opdrinken kon dus echt niet meer; je werd als een roetemetoeter.
Kreeg je toen een eigen budget onder je beheer?
Nee, maar natuurlijk weet je wel hoeveel je ongeveer te besteden hebt.
Gewoontegetrouw werd alles gebruikt, niets mocht eigenlijk weggegooid worden. Om
nog een voorbeeld te geven: achter het Maria-Oord stonden een paar hele oude
fruitbomen en letterlijk alles wat daar afviel, appeltjes, peertjes, werd opgeraapt en in
kistjes gedaan en onder het afdak gezet om te gebruiken. De wormen liepen er aan
alle kanten uit. Toen de ouderen een dagje uit waren met de bus, heb ik samen met
een kennis een supergrote kuil gegraven en alles erin gedonderd. Razend waren de
'tuinmannetjes'; dat waren 5 man die voor de tuin zorgden en ook elke dag in de
keuken hielpen met aardappelen pitten en zo. Maar ik moet erbij zeggen dat ook een
paar het wel goed vonden, want het gaf zoveel extra schil- en snijwerk met die
wormsteken erin.
Dus er was ook altijd hulp, ook van de bewoners?
Ja, als ze dat wilden, ze hadden graag wat omhanden, je moet
15