Jaargang nr. 18 2004
de step van een buurmeisje of een jonger broertje of zusje lenen. Als je dat voor
elkaar had, dan kreeg je al ideeën. Om te beginnen bloemen; bij Seignette aan de
overkant waren die narcissen vorige week al gekopt, toch maar even kijken. De
bovenste lagen waren wel erg bruin en snotterig, maar wat een mazzel; de koppen
eronder waren best nog wet goed, dus die gingen in de emmer en mee naar huis.
Daar kon je dan mooi een paar slingers van maken.
Toch nog even verder zoeken want er lagen ook nog uitgetrokken tulpen, wel
helemaal slap en de bol er nog aan. Tulpenkoppen, dat wist je allang, kon je maar
beter niet rijgen, de koppen gingen allemaal naar beneden hangen. Maar... wat je er
wel mee kon doen: de bollen eraf knappen, dan de slappe tulpen heel stijf in een
krant rollen, zeker een nacht in het water zetten en dan gauw verkopen aan de weg.
Je kreeg er al gauw een kwartje per bos voor. Maar het moest niet te lang duren,
want dan werden ze weer wat slap.
En met een beetje geluk waren er ook narcissenkoppen met een stuk steel er nog
aan. Ook stijf in een krantje rollen en dan snel verkopen: "Een dubbeltje maar
mevrouw, omdat ze wat korter zijn"
Ondertussen een mooie slinger geregen, een foto van onze koningin Juliana uit een
krant geknipt, zwartwit natuurlijk. Die moest je dan op karton plakken, dat deed je
met een beetje S.B. stijfsel, zo bleef de foto mooi recht.
Meestal had mijn moeder wel oranje crépepapier, anders maar
wit; daar knipte je dan een randje van af en dat plakte je om de foto heen met wat
stroken er onder uit, mooi toch! De bloemen- slingers aan het stuur, over het
voetenplankje, aan het achter- spatbord gebonden.
De foto van onze koningin voor het stuur vastgemaakt, dan nog een paar bloeiende
takken ribes achter de foto langs gestoken en je had het toch mooi voor eikaar.Toch
nog de 8e prijs; u raad het al: een reepje extra.
Meestal had je geen prijs, maar een troost had je altijd, als je in optocht naar de
Rijksweg was geweest en je had daar, soms was