Jaargang nr. 18 2004 stap geweest. Ik moest bij haar thuis een koppie thee komen drinken. Zij was er niet, alleen haar moeder. Toen kwam daar de pastoor op bezoek. Dat vrouwtje ging naar de keuken en toen begon pastoor te vragen. Wat of ik allemaal deed voor de kost en wat of ik bezat. Ik heb gezegd: 'Pastoor, bezit heb ik niet, maar wat ik wel heb is Godsvertrouwen, heeft u dat ook?" Hij had er geen antwoord op, maar ik hoefde niet meer terug te komen. Dat had dat meisje haar moeder zo geregeld' Waar heeft u uw vrouw leren kennen? In Egmond aan Zee op het Kerkplein. In Egmond was een schip gestrand, nou daar moest je heen natuurlijk. Daar heb ik haar ontmoet. Haar ouders hadden een kruideniersbedrijfje. Zelf werkte ze ergens in de huishouding. Ze verdien de niet veel en toen het menens werd met ons wilde ze ergens anders aan de gang. Doordat zij bij die rijke familie wegging, raakten haar ouders wel de klandizie kwijt van die De heer en mevr. Zonneveid bij hun 45-jarig huwelijk in 1989 mensen, dat ging toen zo. Daarna heeft mijn vrouw bij een wasserij gewerkt. Ze kon wel zo verschrikkelijk mooi strijken, daardoor zagen mijn overhemden en zo er altijd keurig uit. 37

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Stichting Oud Limmen | 2004 | | pagina 38