Jaargang nr. 18 2004
en 8 meisje in de fabriek werkzaam. In 1898 ging de fabriek over in handen van
P. Olay. Toen werkte er 4 mannen, 3 vrouwen en 10 meisjes.
De ambachten: Een van de eerste verworvenheden van de mens was zijn
handvaardigheid. De vooruitgang in techniek en weten- schap was niet te stuiten en
reeds in vroegere eeuwen had het kleinste dorpje zijn ambachtslieden.
Zo ook Limmen natuurlijk: Er waren tussen 1890 en 1898 de volgende beroepen
actief in ons dorp: 1 kleermaker; 2 metselaars; 2 smeden; 3 schilders;
3 timmerlieden; 1 wagenmaker; 1 horlogemaker; 7 broodbakkers; 6 tappers en
5 kruideniers.
Het onderwijs
In Limmen stond slechts één school: de Openbare Lagere School. Alle kinderen
gingen daar de leerstof opdoen waar zij in hun verdere leven mee door konden. De
Leerplichtwet was nog niet door de 2e kamer, maar plicht of niet: alle ouders in
Limmen stuurden hun kinderen naar school want zij zagen het nut van goed
onderwijs wel zeker in. Wel vonden zowel onderwijzers als de Inspectie het jammer
dat zoveel kinderen in de oogsttijd thuis moesten helpen en daardoor achterstand
opliepen.
De school, met onderwijzerswoning waar wij in 1890 over spreken, is gebouwd in
1862 en bleek telkenmale te klein. Door de toename van het aantal inwoners in
Limmen kwamen er ook meer leerlingen bij. De school staat er nog steeds, maar er
is nu de Brandweer en de Harmonie in gehuisvest
Vooruitlopend op de leerplichtwet diende de Inspectie voor het Onderwijs een
herziening van de Leerplannen in. Dat betekende dat het vak "vormleer" kwam te
vervallen en de vakken "Handteekenen" en "Vrije- en orde-oefeningen der
gymnastiek" werden ingevoerd. Tekenen was niet zo'n punt, maar voor gymnastiek
had je wel een lokaal of zaaltje nodig en dat was er niet. Daar kon men dan enig
uitstel voor krijgen. Wel was de hoofd- onderwijzer verplicht om ook het vak 'nuttige
handwerken" binnen de schooltijd te onderwijzen en niet, zoals dat toen nog
10