Jaargang nr. 17 2003
de kar liep, mocht ie er voor niks langs. Maar als hij óp de kar zat, moest hij
betalen. Dus ging hij lopend achter de kar langs het tolhuis en zo gauw hij uit
het zicht van de tolwachter was, zo op de hoogte van de boerderij van Jan
Mors in Heiloo, dan ging hij weer zitten.
Het waren nog smalle wegen. Om naar de Westerweg te komen, had je een
deel zwarte weg - zo'n weg was met zwarte sintels van de gasfabriek
volgegooid -, maar het laatste stuk weg naar ons huis toe was een zandpad.
Je begrijpt wel dat het zwaar werk was om die afgeladen kar over het zand te
slepen, bij regen en zo.
Verder ging mijn vader met ket en wagen, samen met Jan Metselaar (vader
van Wim en Joop Metselaar), naar De Meer, Beverwijk. Daar verkochten ze
hun handel aan de 'skaggers' (scharrelaars). Deze skaggers gingen verder
met de boot van De Meer naar Amsterdam. Later kwam daar de veiling. Toen
deze veiling er was, bracht mijn vader de groenten daarheen. Ik mocht als
jongen mee. Ik keek hier rond en zei tegen mijn vader: "de prijzen die je hier
krijgt, kan ik zelf wel maken met venten!" En zo kwam het, dat ik begonnen
ben met venten. Ik had namelijk geen zin in het tuindersbedrjf.
De melk ging naar De Vereeniging. Deze werd opgehaald door Chris Vrugt,
de melkrijder. Als Chris 's zondags naar de kerk moest, dan deed Meins
Bakkum het. Over zondag gesproken, dagelijks liep de bul-loper door
Limmen en dan blies ie op zijn hoorn. Alleen 's zondags, als hij dan voorbij de
kerk liep, mocht hij beslist niet blazen."
Dus u werkte van jongsaf aan mee?
"Ja, dat groenten venten was mijn lust en mijn leven. Na de lagere school
ben ik daarmee begonnen. Later is daar de winkel bij gekomen, waar nu mijn
jongens in zitten. Ik heb mijn hele leven in de groenten- en fruitverkoop
gewerkt."
Moest u dan niet in dienst?
"Ik was wel gekeurd, maar voordat ik opgeroepen kon worden hadden ze op
het gemeentehuis alle registraties verbrand. Zo hoefde ik daar niet bang voor
te zijn. Die hele oorlog was, zoals altijd weer, gebaseerd op hebzucht en
wapenindustrie. Ik weet
54