Jaargang nr. 17 2003 IN GESPREK MET: SIEM KUIJPER, GROENTENHANDELAAR U bent Limmer van geboorte? "Mijn ouders woonden aan de Westerweg, hoek Pagelaan. We hadden thuis tien kinderen, zeven meiden en drie jongens. Ik was de jongste. Vader had een tuindersbedrjf en daarnaast nog een stuk of zes koeien en een paar varkens. Die koeien hadden we vooral voor de mest voor het land en de melk. De varkens vraten het afval van het land op. Ook had mijn vader een hele grote kas van zo'n duizend vierkante meter oppervlak. Die kas noemden wij het 'Warenhuis'. Daarin teelde mijn vader onder andere druiven, tomaten en perziken. Naast de gewone groenten op de koude grond, hadden we ook asperges." Hoe werd de groente en het fruit aan de man gebracht? "Zijn zelfgeteelde aardbeien ventte mijn vader in Alkmaar. Daar ging hij heen met de handkar en daar een trekhond onder. Dan moest mijn vader langs het tolhuis aan de Rijksweg. Aan het tolhek moest hij tweeënhalve cent tol betalen. Als hij zelf achter 53 Het gezin Kujper aan de Westerweg. Vlnr. Tinus Metselaar en Bet zjn vrouw, dan Trien, Tony, Nelie, Jaap, Lien, Guurtje, Niek. Erachter Coba en haar man Jan Hoebe. Centraal tussen vader en moeder staat Siem.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Stichting Oud Limmen | 2003 | | pagina 54