Jaargang nr. 17 2003
en Jansen; dat was een kleermaker, die zat in het laatste huis. Hij maakte
dingen voor de mannen, vesten en zo. Aagt Bakker plooide mutsen voor
de kost. Ze kon bar tekeer gaan; die stond meer dan eens op de weg te
schreeuwen. "Rotjongens, blijf van mijn ramen af." En dan deden ze het
natuurlijk juist, raampje tikken werd dan pas een 'echte' sport.
Pietje Krom kwam altijd koek venten 'met Sinterklaas', met een
handwagentje. Dat deed ze om wat bij te verdienen. Bregt had wel eens
horen zeggen dat ze iets van 3 gulden in de week van de armen kreeg. En
Grietje Stokman verkocht sajet, stopgaren dus.
Het was er mooi: veel groen, met mooie bomen en een haag. Ze ging daar
veel achterom, want achter de Kamers hadden ze een kleine, maar mooie
tuin met een vijvertje met vissen erin. De mensen zaten allemaal achter
hun huis, daar hadden ze dan een stoel en een tafeltje.
47
De Kamers aan de straatkant.