Jaargang nr. 17 2003
Bregt is ca. 15 jaar president van het "Vrouwengilde" geweest. Ze kwam in
die functie na Mevr. Bosma, de vrouw van de burgemeester. Hij werd 65,
en dus stopte zijn vrouw er toen ook mee; die vond het wel wat voor haar.
Bregt was het daar niet mee eens, omdat je het toch nooit goed doet.
Maar mevr. Bosma kwam een echte Friezin. Die was haar de baas en wist
haar wel zo ver te krijgen. Ze heeft het jaren gedaan en het was altijd heel
leuk en gezellig. Maar vóór die tijd is er nog eens ruzie geweest in en over
het vrouwengilde. En dat was de tweede keer dat Bregt onprettige
herinneringen heeft aan de invloed van 'n pastoor.
Want in die tijd streefden de kerkelijke overheden er nog naar, om hun
onderdanen op basis van hun religieuze overtuiging te organiseren. Bij de
katholieken kreeg zo'n vereniging dan een geestelijk adviseur, de pastoor
of kapelaan. Deze had vaak ook nog vetorecht om ervoor te zorgen dat er
geen besluiten vastgesteld konden worden die tegen het ware geloof
indruisten. Hoewel dat in die zestiger jaren al een beetje weg begon te
zakken, was de toenmalige pastoor Bangert, een wat behoudend man,
deze zaak volledig toegedaan.
Bij hun vereniging waren protestanten ook welkom. Opeens kreeg een
vrouw (die dat vermoedelijk van pastoor ingefluisterd had gekregen) het in
haar hoofd dat ze ervoor moest zorgen, dat het een roomse club werd. De
protestanten konden dan wel hun eigen, aparte vereniging opzetten. Alsof
die paar mensen de mogelijkheid zouden hebben; niemand had er toch
problemen mee? Dat is een vreselijke ruzie geworden. Toen heeft Bregt,
als vice-president, ervoor gezorgd dat er een vergadering werd belegd,
stiekem, want pastoor mocht het niet weten. Ze wist zich daarin gesteund
door één van de gemeenteraadsleden; die zei ook: "Dat moet niet. Jullie
moeten bij elkaar blijven, dat is toch altijd één geweest. Wat is dat nu voor
onzin." Ze wist niet meer hoe het allemaal was gegaan. Maar op een
gegeven moment had zij met iemand anders allemaal brieven getikt. De
namen erop en rondgebracht, dat er die en die dag vergadering was in het
Parochiehuis. Mèt de waarschuwing dat ze het niet teveel moesten
rondblèren, want pastoor mocht het niet weten. Dus ze zaten in het
Parochiehuis en pastoor wist niets van hun vergadering. Cor Admiraal was
toen nog beheerder, die
44