Jaargang nr. 17 2003 een klein lampje, want daar moest je ook vaak wezen. Haar vader mopperde vaak omdat hij niets kon zien bij het melken en dan nam hij de lamp van de keuken mee naar de stal. Die lamp gaf een helderder licht. Met als gevolg dat ze dan in de keuken zaten met slecht licht aan het naaiwerk of zo. Toen er gas in het dorp kwam zei haar moeder: "Dat moesten we toch maar niet doen, want dan weet je toch helemaal niet meer waar je aan toe bent. We hebben nog een goed fornuis. In de oorlog moesten we turf stoken, maar nu kan het toch weer met briketten." Maar ja, iedereen nam gas, dus zij later toch ook. De vernieuwingen kwamen niet vanzelf het huis in. Bregt heeft natuurlijk heel wat ontwikkelingen meegemaakt in haar lange leven. Zo wist ze ook nog van de komst van de eerste radio. Haar moeder vond het maar een rare wereld, nou konden ze er alles door heen gooien. In huis, tegen de kinderen kon ze nog zeggen: "Zó, en niet verder met praten". In enen leek het wel of de hele wereld op z'n kop stond. Ja, het leek heel erg, maar het was natuurlijk niks in vergelijking met tegenwoordig. Tegenwoordig vond ze het wel eens... ze doen wel raar op de TV. Maar het is nu eenmaal een andere tijd. En elke tijd heeft z'n weertjd, heeft ze vroeger geleerd. Zelfvoorzienend Haar moeder kocht ook nooit brood van de bakker. Dat was te duur. Ze teelden zelf tarwe. Dat ging naar Siem Admiraal, die maalde het. Elke dag moesten ze twee broden bakken. Haar moeder heeft dat heel lang gedaan, maar toen die reuma kreeg, kregen de meiden dat te doen. Er waren bakkers zat op het dorp, wel 'n stuk of vijf, zes, maar er waren mensen die vasthielden aan het oude. Zelf maken was toch goedkoper, als je tarwe had. En je moest vroeger ieder dubbeltje omkeren; dat was overal zo, of je nou boer was of bakker, of te werk ging. En in de crisisjaren was het armoe troef. Overdag werken, en 's avonds naaien. Ze naaiden zelf hun kleren; ze gingen meest 42

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Stichting Oud Limmen | 2003 | | pagina 43