Jaargang nr. 17 2003
te zien. "Als die rot-oorlog is afgelopen, dan gaan we de boel eens flink
schoonmaken". Wat dan ook gebeurde. Maar voor die tijd maakte ze eerst
nog de Spaanse griep mee. Een groot deel van het dorp lag ziek te bed en
zo ook bij de familie Swart. De buren, Schuyt, uit de boerderij waar later
Jaap Kuys woonde, hadden er geen last van en sprongen bij. Buurman en
zoon Louw kwamen de koeien melken, Guurt zorgde voor een hapje eten
voor iedereen. Kleine broer Jan kon toen nog maar net praten, hij was niet
ziek, maar lag veilig in de kreb in de bedstede. Dus die werd ongedurig en
hongerig en riep om Guurt: "Huut Tuyt, geef mij nou 'n toppie"
Bij de familie Swart waren geen doden te betreuren, maar in verschillende
gezinnen in Limmen wel. Twee gezinnen bleven zelfs zonder ouders
achter.
Van leren wordt je niet wijzer
Bregt heeft vrijwel haar hele leven gewoond op de boerderij. Van jongs af
aan kregen zij en haar zusjes klusjes te doen in huis. De jongens konden
nog wel eens buiten spelen, maar zij kregen uit school vandaan een
breipen in handen: "Sokken opzetten, zoveel steken". Je kwam er als jong
meisje niet zo erg aan toe om te springen en te spelen, je werd aan het
werk gezet. Het moest allemaal zo goedkoop mogelijk, heel anders dan
nu.
Ze kon goed leren en wou ook graag leren. Werken op de boerderij kon je
je hele leven nog en het was ondankbaar werk, bovendien. Toen de
zusters kwamen om het Maria-oord en de Mariaschool te beheren hadden
ze ook een naaischool ingesteld; die was er vóór die tijd niet. En daar
moest ze op, moeder vond tenminste dat ze dat moest leren. De
hoofdzuster had nog wel tegen haar gezegd "Jij moet niet van school
afgaan, je moet gaan leren". Maar ze moest met pijn in het hart bekennen
"Dat mag ik niet, ik heb het al gevraagd". Ze had er echt wel achter aan
gezeten, maar moeder zei: "Kind, daar is gewoon geen geld voor, je moet
aan het werk".
Toen Pietje, haar tweede zusje, van school afkwam wilde ook die
doorleren en dat mocht evenmin. Ze moest ook naar naaischool.
36