Jaargang nr. 17 2003 een beetje aan te trekken. In 1844 was er overigens al een begin gemaakt met de humanisering, door de martelingen aan een maximum te binden. Het aantal slagen met de geselroede werd teruggebracht tot maximaal 40, en in 1848 zelfs tot 20. Zeer bekend is het in 1860 verschenen boek van Eduard Douwes Dekker: "Max Havelaar", dat hij schreef onder zijn schrijversnaam Multatuli. Een boek dat tot op de huidige dag in de bibliotheken verkrijgbaar is. Dekker was als bestuursambtenaar in Nederlands Oost-Indië (zoals Indonesië toen heette) werkzaam. Hij ergerde zich mateloos aan de onterende wijze waarop de inheemse bevolking werd behandeld door een zeer groot deel van de hooghartige blanke heersers. Toen het volk in Holland kennis nam van hoe het er in de koloniën aan toe ging kwamen de protesten los. De regering kon niet anders dan orde op zaken stellen. In 1862 werd de wet op de emancipatie van de slaven in West-Indië (Suriname en de Antillen) aangenomen. Met ingang van 1juli 1863 waren de slaven vrij, maar zij waren wel verplicht om een arbeidscontract te sluiten met een werkgever. Verscheidene slaven waren al gevlucht en zo diep het oerwoud ingetrokken dat zij niet meer te achterhalen waren. Die mensen hadden zichzelf bevrijd en zij kwamen natuurlijk niet meer te voorschijn. Veel van hun nakomelingen leven nog steeds ver weg in de Surinaamse oerwouden. In 1866 kwam er ook een verbod van rottingslagen als straf. In N.O. Indië was de slavernij voor huispersoneel al in 1859 afgeschaft. Voor de z.g. perkhorigen (de slaven die op de specerijenplantages werkten), werd de slavernij veel later afgeschaft. Door het afschaffen van de slavernij voelden de slaveneigenaren zich bestolen. Immers, zij hadden de slaven gekocht. De regering had daar echter een oplossing voor gevonden. Zij ontvingen een vergoeding voor iedere slaaf die zij vrij moesten laten. 32

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Stichting Oud Limmen | 2003 | | pagina 33