Jaargang nr. 17 2003
voor transport van een militair die eventueel in haar gemeente was blijven
steken door een ongeval of ziekte. Zo'n getroffen soldaat moest dan
naar een andere oplossing voor handen had moest hij zelf met de
soldaat naar diens zijn kazerne worden vervoerd op kosten van de
gemeente waarin hij was gestrand.
In Limmen had de Schout een regeling opgesteld waarbij die last zo eerlijk
mogelijk was verdeeld. Limmer ingezetenen die een rijtuig bezaten
moesten om de beurt zo'n transport uitvoeren.
In het algemeen waren de mensen in die dagen niet erg rijk en daarom
waren er ook niet zoveel mensen die een rijtuig bezaten. Maar de Schout
was wel een van de gelukkigen en zo ook Pieter Dekker, de aannemer
van publieke werken en tolgaarder.
Het was Kerstmis 1823. Of er een noodzaak was geweest om de soldaten
op eerste kerstdag op mars te sturen, of dat een militair even naar zijn
ouders op visite was geweest, zullen wij nooit weten. Wel wordt gemeld
dat een soldaat onbekwaam was om verder te lopen wegens
ongesteldheid aan zijn benen. Die ongesteldheid openbaarde zich binnen
onze gemeente grenzen en derhalve kende de Schout zijn plicht.
Pieter Dekker was juist aan de beurt dus dat kwam goed uit, want
ongetwijfeld kenden Pieter en de Schout elkaar heel goed vanwege het
geschil om het (niet) afsluiten van de sluiproutes. En nu eerste kerstdag
zo'n ritje voor Pieter... Dat zal de Schout zeker een beetje binnenpret en
leedvermaak hebben verschaft.
Maar dat liep voor de Schout toch minder goed af dan hij had gedacht.
Want Pieter had botweg geweigerd; zo ongeveer met de toevoeging: Dat
lijkt me net een leuk klusje voor de Schout, even naar Haarlem met die
soldaat, kan hij meteen even de nieuwe weg proberen. Kortom, Dekker
weigerde het transport.
Dat kon natuurlijk niet goed gaan, en dat ging het ook niet. De Schout was
de verantwoordelijke figuur in het dorp en dus moest hij zorgen dat alles
volgens de regels verliep. Omdat hij niet zo gauw kazerne in Haarlem.
Dekker had wraak genomen.
15