Jaargang nr. 17 2003
uit Bakkum die vanaf het Schulpstet, via de Schulpvaart naar hun
bestemmingen voeren. Het café fungeerde toen als beurtvaartadres. De
met de bouw van de nieuwe brug belaste Brouwer moest zijn benodigde
materialen uit Alkmaar naar Limmen vervoeren en nabij het karwei
opslaan. Hij maakte afspraken met Jacob Zonderzorg om in de bergplaats
bij het café de materialen onder dak te brengen zodat Jacob er een oogje
op kon houden.
Het vervoer daarvan moest per schuit en omdat Zonderzorg zelf ook een
vlet had, verzorgde die een groot deel van het vervoer. Zo kwam het dat
Zonderzorg nogal wat belangen had bij de goede afloop van de
werkzaamheden; immers hij had vorderingen.
De aannemer was vol goede moed met het werk begonnen en had de
oude brug gesloopt en de Schulpvaart afgedamd. Een gammel
noodbruggetje moest het mogelijk maken om mens en dier te laten
passeren. Maar dat was een hachelijke onderneming en het volk begon te
morren. Willem de Bie was wethouder en die ging eens een kijkje nemen.
Nee, daar was Willem het mee eens, dat kon zo niet. Hij nam aanstonds
maatregelen om de noodbrug te verbeteren. Ook het water dat uit de
richting Bakkum naar de werkput stroomde liep daar vast omdat de
nooddoorlaat te klein was en zoals dat met water gaat, zocht het zelf een
nieuwe loop. Ook daar werd door De Bie een oplossing voor bedacht
zodat het werk nu ongehinderd zou kunnen doorgaan.
Maar het ging niet door. Om de een of andere reden had de heer Brouwer
de pijp aan Maarten gegeven. In een brief van de Gouverneur, d.d. 16-3
1821, aan de gemeente Limmen wordt over de vertraging van de
werkzaamheden gesproken. Er was inmiddels een nieuwe aannemer met
het werk belast nl. C. Blom uit Alkmaar. Toen deze de materialen uit de
opslag bij Jacob Zonderzorg wilde halen teneinde met werken te
beginnen, moest hij ervaren dat Zonderzorg nu eens niet zonder zorgen
zat. Hij had van Brouwer nog geen cent gevangen en dat geld wilde hij
eerst wel eens beuren.
Zeer begrijpelijk, dat wel, maar daar had Rijkswaterstaat maling
11