Jaargang nr. 16 2002
een "verklaring van afkeer" van Stadhouderlijk bestuur met erfrecht, moest
worden afgelegd.
Dat "algemeen kiesrecht" was overigens wel heel wat minder algemeen
dan wij vandaag onder het woord "algemeen" verstaan. Behalve de
Oranje-gezinden, waren vrouwen, en ook mannen die van de bedeling
leefden, van stemrecht uitgesloten.
Het Staatsbewind
Intussen was in 1799 de slag met de Engels/Russen geleverd en door de
Frans/Bataven, onder leiding van generaal Brune, gewonnen.
Maar de schrik zat er wel in en in 1801 volgde een nieuwe greep naar de
macht. Nu waren het drie mannen, uit het landsbestuur van vijf, die er
voor gekozen hadden de republiek maar onder het bestuur van Napoleon
te brengen. De keizer zelf had de sukkels waarschijnlijk weten over te
halen, maar hoe dan ook: er kwam wéér een nieuwe grondwet. Die
grondwet was zo ongeveer een kopie van de Franse grondwet uit 1799.
Zo ontstond een Staatsbewind, waarin 12 leden de uitvoerende macht, en
voor een belangrijk deel ook de wetgevende macht, in handen kreeg. Het
algemeen kiesrecht werd vervangen door het censuskiesrecht en de
"verklaring van afkeer" verviel. De provincies kregen hun oude grenzen
terug en ook een deel van hun soevereiniteit. In deze situatie stond de
deur wagenwijd open voor gelegenheidswetgeving, waarin de invloed van
Napoleon groter werd.
De kleine vechtjas kreeg steeds meer machtshonger en zocht steun voor
zijn krijgsplannen. De Nederlandse bevolking was daar echter minder op
gesteld en begon langzamerhand te balen van Napoleons bemoeizucht
met Nederlandse zaken.
Je kunt je dan ook afvragen of alle punten die in de Staatsregelingen
afgekondigd werden, voor Nederland eeuwigheidswaarde hadden.
We nemen als voorbeeld van het tegendeel het decreet van Napoleon in
1811, waarbij hij de dorpen met minder dan 500
63