Jaargang nr. 16 2002 kon de maatschappij echter niet verschaffen. Veel vervoer gaat per bodediensten of vrachtrijders en de beide schippers van Limmen doen ook belangrijk werk. De gemeente ontving op het Stet 260,40 aan zgn. stetgelden (als indicatie voor hoeveelheid vracht: de opslag per dag, later de overslag van 10 m3 mest kostte 25 et., zand 15 et.). Verder geeft het gemeentebestuur aan dat de talrijkheid van de grintwegen haar belet, ze allen in goede staat te onderhouden. Het schoolbezoek is goed, al vindt het bestuur dat de 6 weken verlof voor veldarbeid, die men met de aardbeientijd samen laat vallen, een ongunstige invloed hebben op de resultaten. Het 4 maanden durende herhalingsonderwjs in de winter, wordt door tekort leerlingen gevolgd: 7 jongens en 2 meisjes. De coöperatieve boerenleenbank bestaat sinds 1903. Ook niet- landbouwers worden als leden aangenomen. Het geld dat gedeponeerd wordt is vooral 'geldbelegging', werkelijke 'spaargelden' komen nauwelijks voor. Aan 'middenstanders' was eind 1907 7980,- in voorschot gegeven, vermeerderd in 1908 met 3115,-. Terugbetaald werd 3915,-, zodat eind 1908 7180,-uitgeleend was. Omdat de meeste bedrijven in een primitieve toestand verkeren, en er weinig ondernemers zijn, vindt het gemeentebestuur het niet nodig om de categorieën afzonderlijk te behandelen. Om die reden worden ook de industriële en de handeldrijvende ieder in één groep behandeld. Onder de industriële middenstand worden dan opgesomd één wagenmaker, vier timmerlieden, twee schoenmakers, twee smeden, twee slagers, een molenaar, (maar liefst) acht bakkers en een rijwielhersteller die tevens horlogemaker en -reparateur is. De smeden oefenen als nevenbedrjf de rijwielhandel en herstellingen uit, ook handelen zij in en herstellen zij kachels. Enkele bakkers zijn ook banketbakker, anderen tuinieren en boeren er bij. 35

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Stichting Oud Limmen | 2002 | | pagina 36