Jaargang nr. 16 2002
DE LIMMER MIDDENSTAND
In het gemeentelijke archief kwamen we een onderzoek uit 1909 tegen
naar de situatie van de middenstand. Het is zeer lezenswaardig, het geeft
een aardig beeld van de winkeliers en kleine ondernemers van bijna een
eeuw geleden.
Het onderzoek werd landelijk uitgevoerd. Ons gemeentebestuur zag de
noodzaak van het onderzoek niet zo bijzonder in en pas na een herhaald
verzoek werden de vertegenwoordigers van de verschillende branches ten
gemeentehuize ontboden om de vragenlijst door te nemen.
Het rapport begint met een algemene beschrijving van ligging en
verbindingen, oppervlakte en bevolking: 1234,25 ha. waarvan
982 ha. grasland en 130,49 ha. bloembollen- en tuingrond.
Geen woeste gronden.
Daarna wordt het verloop van de bevolking in de voorliggende
jaren gegeven. Daaruit blijkt dat Limmen zoetjes aan groter werd
en in die periode juist een groeistuip kende.
31-12-1874 878 31-12-1894 1152
31-12-1879 1002 31-12-1899 1231
31-12-1884 1062 31-12-1904 1287
31-12-1889 1148 31-12-1908 1419
Daarvan zijn er ruim 1100 katholiek, de rest is voornamelijk Ned.
Hervormd.
Het grootste deel van de inwoners zijn van de arbeidende stand,
maar bezitten voldoende inkomen en bezitten of huren
een woning met een lapje grond.
Graan wordt nog op slechts 4,5 ha. verbouwd; de veehouderij is
daarentegen lonend. In de coöperatieve kaasfabriek werd in 1908 911.766
liter melk verwerkt, tot 485.557 kg kaas. Slechts enkele boeren kazen zelf.
Er is geen treinstation, maar wel een verbinding met de stoomtram;
gegevens over het goederenvervoer uit en naar Limmen
34