Jaargang nr. 16 2002
Zijn woning stond er borg voor dat hij geen geld mee naar huis zou
nemen.
Tot behoud van vrede en eensgezindheid
De verzuiling, die vooral in de eerste helft van de 20e eeuw haar
hoogtepunt zou bereiken, begon reeds in de 19e eeuw. De katholieken
hadden reeds in het jaar 1845 een eigen kerkhof gesticht. Het kerkhof bij
de NH kerk was daarmee automatisch een hervormd kerkhof geworden.
In het algemeen vond men dat ook wel juist; wie niet katholiek was in
Limmen behoorde meestal wel tot de hervormde geloofsgemeenschap.
Maar er waren uitzonderingen, en bovendien moest iedere gemeente altijd
een mogelijkheid hebben om vreemdelingen te kunnen begraven. Ook het
provinciaalbestuur drong er bij de gemeente op aan om te zorgen voor
een algemene begraafplaats in het dorp. De besprekingen hierover met
het bestuur van de hervormde kerk verliepen moeizaam maar rond 1870
leken de partijen toch tot elkaar te kunnen komen.
Zo lezen wij in de notulen dat: na langdurige beraadslagingen, tot
behoud van vrede en eensgezindheid in Limmen overeengekomen met
het kerkbestuur om een stukje van 4 are 40 m2) te bestemmen tot
algemene begraafplaats".
Het betrof het noord-oostelijke gedeelte van het kerkhof. De kerk ontving
25,- per jaar voor het stukje, plus 3,- voor iedere begrafenis voor het
gebruik van de draagbaar en het lijkkleed. Wel waren er een aantal
bepalingen in de overeenkomst opgenomen zoals: dat zonder
toestemming van het kerkbestuur geen hekken of palen mochten worden
geplaatst. Maar ook dat de kerk moest zorgen voor het korthouden van
het gras.
De bevolking
In 1882 woonden er in Limmen 1058 mensen. Levend geboren waren in
dat jaar 20 jongens en 26 meisjes. Bovendien kwamen 2 meisjes
levenloos ter wereld. Overleden waren 9 mannen en 12 vrouwen.
30