Jaargang nr. 16 2002
Daartoe hielden ze betogingen of gingen zelfs zo ver dat ze hun land als
soeverein verklaarde en het Hollandse gezag niet erkenden (Atjéh). Dan
werd het leger ingezet om de opstandelingen tot de orde te roepen. Dat
ging vaak niet zachtzinnig.
Maar het koloniale leger bestond niet alleen uit gemotiveerde soldaten die
voor koning en vaderland door het vuur wilden gaan. Er zaten jongens bij
die uit pure ellende voor de militaire dienst hadden getekend. Zij waren
werkeloos en de enige mogelijkheid om in leven te blijven was dan die
handtekening. De inheemse bevolking was ongewapend. Die mensen
hadden slechts pijl en boog en speer. Bij het koloniale leger zaten jongens
die met afschuw moesten deelnemen aan de strafexpedities tegen die
mensen. Zulke soldaten probeerden zich aan hun plicht te onttrekken en
deserteerden. Voor de minister van oorlog, Weitzer, werd dat steeds meer
een probleem. Hij besprak de kwestie met de koning. Maar voor de koning
bestond er helemaal geen probleem. Hij had een pasklare oplossing voor
de minister: "Deserteurs laat je simpelweg fusilleren", was zijn advies.
Leve de koningin
Na de dood van Sophia ging Willem op zoek
naar een vrouw en hij slaagde in Duitsland.
De vorst van het vorsten-dommetje Waldeck-
Pyrmont, George Victor, had een dochtertje.
Haar naam was Emma. Het meiske was nog
maar twintig lentes jong. Haar toekomstige
bruidegom, Willem, was twee-en-zestig
herfsten oud. Het had haar opa kunnen zijn.
Maar voor George Victor was dat geen
bezwaar. Hij wist het meisje te bewegen met
de oude man mee te gaan naar Nederland;
daar immers zou zij koningin worden.
Emma van Waldeck-Piermont
ten tijde van haar huwelijk.
24