Jaargang nr. 16 2002 ging ook de bisschop akkoord en kon de bouw beginnen. Wat er te voorschijn kwam stelde enorm teleur. Het hoefde geen monumentale kerk te zijn voor de eenvoudige Limmers, maar een nieuwe kerk zou toch zeker een toren moeten dragen, vonden zij. En die ontbrak. Neen, zij vonden het een wanstaltig gedrocht en hoe de pastoor ook probeerde het volk op hun verkeerde smaak te wijzen en probeerde het goed te praten: hij kreeg de handen niet op elkaar voor zijn nieuwbouw. Zij vonden dat ze alleen maar een nieuwe schuur hadden gekregen en ze waren dan ook beslist niet blij toen in 1856 de nieuwe kerk plechtig werd ingewijd. Dat was voor pastoor niet leuk en hij besefte wel dat het zo niet verder kon. Hij ging met de mensen overleggen met het oogmerk om tot een bevredigende oplossing van het geschil te komen. De uitkomst was dat de gevel van de kerk moest worden aangepast en van een toren voorzien, aldus het volk. Dat konden ze krijgen, stelde de pastoor, maar dat kost geld en zeg maar waar dat vandaan moet komen, vervolgde hij. Maar dat geld bleek voor de Limmers geen beletsel te zijn; zij wilden nu een echte kerk en dat geld dat kwam er. Andermaal toog pastoor Schmedding aan het werk en vond een bouwkundige die een toren op de kerk kon zetten. Het bisdom moest het ook nog even goedkeuren en eindelijk stond er in 1863 een echte kerk met een toren op Disseldorp. Volgens de overlevering werd de kerk echter hevig geteisterd door zware stormen, waarbij bijna alle dakpannen er af woeien en er veel lekkage ontstond. De parochie werd voor grote bedragen aan reparatiekosten geplaatst en van het een kwam dan ook het ander. Dat slechts veertig jaar later het kerkje alweer werd gesloopt was voor een deel te wijten aan de slechte bouw. Een andere oorzaak was de toename van de bevolking in het dorp. 19

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Stichting Oud Limmen | 2002 | | pagina 20