Jaargang nr 15 2001 de dominee en de pastoor om op de zondag vooraf, vooral ruim aandacht aan dit edele doel te besteden in hun zondagse predi- king, wijzend op de nood van de zwakken en onze plicht in deze. In de door de burgemeester ondertekende brief werd o.a. gezegd: Dat tot het doen dier collecte door hem zijn verzocht geworden de beiden Leeraren der in deze gemeente bestaande Godsdienstige gezindheden, die dit dan ook met de meeste bereidwilligheid op zich hebben willen nemen. Hij vermeent voor die Ingezetenen, welke erkennen het goede dat zij boven zoovele anderen genieten, en die door de Voorzienigheid zoodanig gezegend zijn, dat zij van het hunne voor dezelven behoeftigen natuurgenooten nog wat kunnen en willen afzonderen, dat deze kennisgeving wel genoegzaam zal zijn." Als dan de collecte achter de rug is en de balans kan worden opgemaakt, blijkt dat de Limmers zich van hun beste kant hebben laten zien. Aan geld hadden zij bijna fl. 200,- bijeen gebracht. Maar daarbij kwamen nog heel wat goederen in natura, zoals: 50 roggebroden; 1,5 mud gort (een mud is 100 liter); 1/2 mud meel; 500 turven; 1 mud aardappelen. Gerekend naar de marktwaarde van toen was het ongeveer voor fl. 37,50. Te samen bracht de collecte dus fl. 237,50 op. Als je bedenkt dat het jaarloon van de burgemeester fl. 200,- was, dan was er dus méér ingezameld dan de burgemeester in een heel jaar kon verdienen. U, beste lezer mag drie maal raden wat een collecte in ons dorp vandaag zou moeten opbrengen om het salaris van onze burgemeester te kunnen evenaren...? En dan te denken wat wij in een tijd van hoogconjectuur leven. Petje af dus voor onze goede voorouders. Na de collecte verscheen er een brief van het college. Hieruit een klein stukje: "...De burgemeester verblijd zich om deze belangrijke inzameling, die niet slechts evenaart maar, de bevolking in aanmerking genomen, 6

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Stichting Oud Limmen | 2001 | | pagina 7