Jaargang nr 15 2001
stond de wagenmakerij van Petrus Dekker. Aan de overkant daarvan,
hoek Rijksstraatweg/Molenlaantje, wilde Cor Weyers een bakkerij
beginnen. Hij kon daar een stuk grond kopen en vroeg in 1913 aan de
gemeente vergunning om er een huis en bakkerij op te bouwen.
De gemeente op haar beurt broedde al een poosje op het plan om de
Middenweg en Disseldorp met elkaar te verbinden. Dan was er nog de
moeilijkheid dat de tram aan de oostkant van de Rijksstraatweg reed
en als de bakkerij pal aan de weg zou staan, was er onvoldoende
uitzicht op de Rijksstraatweg, en dus op de tramrails.
Zou je dan vanaf het Molenlaantje de Rijksstraatweg oversteken met
paard en wagen dan kon de koetsier de tram niet zien aankomen en
zijn van oogkleppen voorziene paard kon dat uiteraard ook niet.
Weyers kon wel bouwvergunning krijgen als hij er nog een stukje
grond bij zou kopen om meer naar achter te kunnen bouwen, zodat het
zicht op de weg vrij bleef. Dat bleek achteraf een goede beslissing te
zijn geweest. Daardoor kon het pand blijven staan toen in 1932 de
Rijksstraatweg werd verbreed.
De plannen van de gemeente om een goede verbinding te maken met
Disseldorp, lekten natuurlijk uit en zo kwam het dat de
grondeigenaren, die het idee hadden dat het wel ergens langs het
kerkepad zou komen te liggen, alvast maar met hun prijzen voor de
dag kwamen. De voorzitter van de raad vond zoiets niet zo goed en
wilde dan ook liefst met de raad in besloten vergadering daarover
overleggen. Sommigen protesteerden daar tegen en wilden alles in
openheid, maar de burgemeester kreeg z'n zin, en hij vroeg de
raadsleden om asjeblieft in belang van de goede zaak er niet over te
spreken naar buiten toe. Limmen was allang ontdekt als bollendorp en
er waren dan ook al een aantal bedrijven vanuit 'de zuid' naar hier
gekomen om hun bollenbedrijf te vestigen. Een van hen was Leen
Roozen. Deze bollenkweker had land dat aan het kerkepad grensde.
Ook Pepping had daar land in de buurt en vervolgens pastoor
Peeperkorn. Roozen had al laten blijken dat hij z'n land niet zou
48