Jaargang nr 15 2001 De cel in het postkantoor was volgens de Telefoondienst uit Alkmaar veel te gehorig. Er moest een nieuwe geluiddichte cel komen, was hun oordeel. In december van dat jaar stopte Vermeulen ook met het postkantoor. Zijn opvolger werd Barend Verweel-Vooren. Deze man kreeg het beheer over alles in het kantoor, dus ook post- en telegraafzaken. Zijn salaris was fl. 50,- per jaar, maar hij mocht zich laten assisteren door zijn zuster die daarvoor fl. 25,- salaris per jaar kon opstrijken. De lonen waren in die tijd niet hoog natuurlijk, maar als Verweel- Vooren er niet een winkel bij gehad zou hebben, kon hij daar net zo min van leven als Vermeulen. Daar zou hij spoedig achter komen. In 1907 vroeg juffrouw Verweel-Vooren ontslag om gezondheids redenen en dat werd haar eervol verleend. Haar broer Barend, de brievengaarder zelf, was eens gaan praten met collega's in de dorpen om ons heen. Hij wilde wel eens weten of die ook allemaal zo weinig verdienden. Het resultaat van zijn onderzoek versterkte zijn onvrede met het salaris dat men hem had toebedeeld. Daar wenste hij geen vrede mee te nemen.Hij diende een request in bij de gemeenteraad waarbij hij de loonstaten van zijn collega's uit andere plaatsen had gevoegd. Voorts merkte hij op dat de interlokale telefoondienst hem erg veel werk bezorgde omdat de diensturen waren uitgebreid. De voorzitter had wel begrip voor zijn argumenten en zei dat Verweel- Vooren ook een manufacturenzaak had, waarvoor hij te weinig tijd kon overhouden. Verweel-Vooren eiste een verhoging van fl. 50,- naar fl. 150,-. Nu zijn zuster niet meer kon vervangen was hij gedwongen om de brieven door een ander te laten wegbrengen. Die ander vroeg daar een kwartje per avond voor en dat moest hij dus ophoesten. Hij moest iedere avond tot zeven uur in het kantoor blijven. De voorzitter was eens met de directeur van de posterijen gaan praten en die had fl. 75,- wel genoeg gevonden. De gemeenteraad vond toch wel dat de man geholpen moest worden en er werd besloten om te bezien of het kantoor een halfuurtje eerder dicht zou kunnen. Om dat te kunnen testen moest de kantoorhouder staten bijhouden van alle gesprekken en handelingen tussen halfzeven en zeven uur. Zolang dat onderzoek duurde, zouden ze hem zes gulden per maand betalen. 37

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Stichting Oud Limmen | 2001 | | pagina 38