Jaargang nr 15 2001 voor ons dorp. Orders waar haast bij was, zouden in andere dorpen worden geplaatst als Limmen niet bereikbaar zou zijn. De voorzitter hield zijn gehoor nadrukkelijk voor dat ze geen onderscheid moesten maken tussen boeren en bollenkwekers. Ze moesten kijken naar het algemeen belang. De bollenteelt zorgde ontegenzeggelijk voor een bijdrage in de welvaart in het dorp. "Zie toch wat je voor zo'n luttel bedrag in huis haalt. Bedenk dat een telegram een kwartje kost voor tien woorden, maar voor dertig cent kan je drie minuten spreken. Hoeveel woorden kan je wel niet spreken in drie minuten?!" Met die retorische vraag besloot de burgemeester zijn betoog. Daar had de vroedschap niet van terug. Als het geld opleverde werden ze wakker. Het stemmen begon bij De Groot en die zei "tegen". Maar de volgende stemmen waren allemaal vóór. De laatste was Kees Breedveld, die oorspronkelijk ook tegen was. Verbaasd over al die vóórstemmers, zei hij: "nou ja, als ze allemaal vóór zijn, zal ik ook maar vóór stemmen. En dat ontlokte een applaus vanaf de publieke tribune. Zo kreeg de voorzitter toch nog zijn applaus en dat gaf ook aan dat de burgers er wel blij mee waren. Geen vetpot In 1905 kwam er bericht uit Alkmaar waarin werd meegedeeld dat Limmen kon worden aangesloten op het interlokale net, met de mogelijkheid om ook internationaal te kunnen telefoneren. De bollenexport van uit Limmen had al een belangrijke betekenis en het lag daarom ook voor de hand dat er gebruik van zou worden gemaakt. 36

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Stichting Oud Limmen | 2001 | | pagina 37