Jaargang nr 15 2001 keuken, kelder, mangel- en provisiekamers, wel- en regenwaterpompen, en tevens voorzien van velerlei Commoditeiten en hetgeen tot een welingerigte Heeren-Huis behoort, zeer geschikt voor Zomer- en Winterverblijf, voorts Boeren-Woning met keuken, woonvertrekken en kelders, hooiberg, dorsch, koetshuis en stalling voor koeyen en paarden, tuinmanswoning, schuur en boet en verdere getimmerten en aanhoorigheden, alsmede wel aangelegde plantsoenen, wandelingen, goudvischkom en vijvers, zeer vruchtbare moestuinen, bosschen en lanen beplant met zware opgaande boomen, welig wasschend hakhout en verdere bepoting en beplanting, mitsgaders een stuk allerbest Weiland hebbende dezelve Hofstede, over uitgestrekte weilanden, een zeer vroolijk uitzicht, zoo op de stad Alkmaar en het Groot Noord Hollandsch Kanaal, als op den Straatweg, de Zaanlandsche en andere nabij gelegen dorpen, en zijnde bij uitstek gelegen voor den Jagt" De advertentie loog er niet om. De uitvoerige beschrijving van het huis en de inrichting moest mensen lokken die er wilden gaan wonen en genieten van al die pracht en praal. Maar nee, op de verkoping bleek meester-timmerman Menno Vink Ivang de machtigste kaper te zijn. Hij had maling aan al dat gezwets over "zeer logeabele Heeren Huizing" en "Domestieke kamers", of "fraaie plantsoenen met vijvers en lanen." Hij had een heel ander schema in zijn hoofd: "plat die rommel, dan wordt het echt handel!", zal hij gedacht hebben. En zo geschiedde. Menno was een vakman. Hij woonde in Limmen en kende Dampegeest, waar hij vermoedelijk zelf vaak onderhoudswerk had verricht. Hij wist dus precies wat er aan materiaal te oogsten was als hij het plat zou gooien. Geen gebrek aan eikenbalken, planken, kozijnen en deuren. Marmeren tegels, schouwen en schoorsteenmantels. Stenen en dakpannen enz. enz. Vink Ivang pakte het zeer radikaal aan. Hij werd absoluut niet gehinderd door nostalgische gevoelens, omdat het cultureel erfgoed zou zijn. Hij kocht 14

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Stichting Oud Limmen | 2001 | | pagina 15