Jaargang nr 15 2001 natuurlijk. Een volgende poging hield in dat het gemeentebestuur helder en duidelijk de vinger op de zere plek legde. Zij stelde dat de ambtenaren niet in dienst waren van de gemeente Limmen, maar van het Rijk, en dienst deden in het hele district. Zij waren weliswaar in Limmen gestationeerd, maar het zou rechtvaardig zijn als dit soort extra uitgaven gelijkelijk over het hele district zou worden verdeeld. Het logisch denkende boerenverstand van de dorpelingen ging helaas het denkvermogen van de EdelGrootachtbare Heeren verre te boven. Hun simpele antwoord luidde: jullie draaien op voor het levensonderhoud van de gewezen ambtenaren, punt uit... Een nieuw kerkhof Tot halfweg de 19e eeuw werden alle Limmers begraven op het kerkhof bij de N.H.kerk in de Limmerbuurt. Toen in 1835 de in Limmen dienstdoende kapelaan Schmedding werd benoemd tot pastoor van de Cornelius parochie, zou aan die gewoonte spoedig een einde komen. Deze voortvarende parochieherder liep met plannen rond om een katholiek kerkhof te stichten, nu sinds enigen jaren de wet hiertoe mogelijkheden toestond. Voor zijn parochianen hoefde dat echter niet. Dat was ook goed te begrijpen. Velen wensten na hun overlijden immers bij hun eigen huisgenoten en familie te rusten te worden gelegd en dat was op het oude en vertrouwde kerkhof in de Limmerbuurt. Of dat kerkhof nu katholiek was of niet, daar maalden zij niet om. Bovendien ging Rooms en protestant ook samen naar dezelfde school en zij behandelden elkaar als gelijke burgers in de dagelijkse omgang; waarom dan die apartheid? Maar de pastoor was een vreemdeling in het dorp en bij hem waren dat soort sentimenten absoluut niet te vinden. Hij vocht voor de Roomse zaak in die dagen van de katholieke emancipatie-strijd. Van het feit dat die strijd in Limmen onnodig en zelfs onwenselijk was, had hij niets begrepen. Hij vocht als een leeuw, zelfs met zijn eigen 10

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Stichting Oud Limmen | 2001 | | pagina 11