Jaargang nr 15 2001 allemaal niet zo erg natuurlijk, tot de ambtenaar, om welke reden dan ook de zak kreeg. "Gedemitteerd" werd het een beetje versluierend genoemd. Zonder zich overigens met de reden van het ontslag te willen bemoeien, vond de gemeente het niet erg logisch dat Limmen moest opdraaien voor het onderhoud van ook dat gezin, terwijl het in Uitgeest woonachtig was. De gemeente Uitgeest betaalde de man de kosten van levensonderhoud, alsmede de rekeningen voor medische hulp, maar stuurde vervolgens een declaratie voor die kosten naar Limmen met het verzoek om dit maar even aan Uitgeest te willen terug betalen. In de notulen staat daarover o.a: "...Deze Jan Eggeraad is in den loop van het jaar 1831 gedemitteerd. Tengevolge daarvan bevindt zich Eggeraad buiten eenig middel van bestaan en is hij met zijn gezin tot zoodanige grond van armoede vervallen, dat aan hem door tussenkomst van de gemeente Uitgeest, voor rekening van de gemeente Limmen als onderstands domicilium, aanvankelijk bedeeling en verpleging is verstrekt geworden waarmede sedert maanden en nog steeds door ons wordt gecontinueerd. Hoezeer wij ons niet willen vermeten ons over den zamenloop van omstandigheden welke tot hunne demissie heeft geleid te oordeelen, gevoelen wij ons ecter door medelijden opgewekt om ons het ongelukkig lot dier gewezen ambtenaren aan te trekken, vermoeden wij dat ook zijn gezin in zeer treurige en kommer-volle omstandigheden zich verplaatst ziet." 's Rijks afschuifsysteem De gemeente was echter niet van plan zich zonder meer bij de zaak neer te leggen. Er ging een verzoek naar G.S. waarin de zaak uiteen gezet werd en waarin tevens werd gevraagd om subsidie te willen verstrekken omdat de armenkas van het kleine dorp deze zware last niet kon dragen. Limmen stond op het standpunt dat het niet rechtvaardig was om de gemeenten te laten opdraaien voor kosten die door het Rijk zelf zouden moeten worden betaald. Dat leverde niets op 9

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Stichting Oud Limmen | 2001 | | pagina 10