Jaargang nr 14 2000
Maar die wet van 1901 verplichtte de raad om een bouwverordening vast te stellen en dat
was niet eenvoudig.
Er was n.l. een modelverordening als voorbeeld door de overheid naar alle gemeenten
gestuurd. De vroede vaderen meenden echter dat zij met dat model niet konden werken.
Er stonden dingen in die voor Limmen te ver gingen en derhalve moeilijk te aanvaarden
waren in die dagen. Zoals bv. een trapopgang binnen.
Van een groot aantal woningen kon men de zolder slechts bereiken via een ladder door
het buitenluik.
Bij grote gezinnen, en die waren er zeker velen, moest een deel van de kinderen dan ook
op zolder slapen en dus buitenom te bed gaan.
Een tweede punt waar de raad het moeilijk mee eens kon worden was het verbod om
slaapplaatsen te hebben in de stallen voor het vee. Het was heel gewoon dat in de
stolpboerderijen op de koegang achter de koeien, bedsteden werden gemaakt.
Daar sliepen dan de knecht en/of de meid, maar ook wel de kinderen.
In de vergadering van juli 1904 kwam de verordening ter tafel maar de raad ging er niet
mee akkoord. Die twee zaken moesten uit de verordening.
Natuurlijk was het wel zo dat de verordening slechts gold voor nieuw te bouwen objecten
maar ook dan vond de raad, was het zaak door te gaan zoals men het ook vroeger had
gedaan.
De mensen waren gewend zo te bouwen en dat kon je niet zomaar even veranderen.
Je kunt daar wel iets van begrijpen, immers het inkomen van de mensen was in die tijd
bijzonder laag en daarom mocht een woning weinig kosten.
Als je goed kijkt kan je nog vandaag enige van deze tuinders-woningen vinden in Limmen.
Ze zijn weliswaar niet meer in de oorspronkelijke staat, maar ondanks aanbouw en
restauratie kan je nog wat van het oorspronkelijke terug vinden.
De mensen kregen lage prijzen voor hun produkten en konden daarom zelf wel uitrekenen
hoeveel zij voor hun bedrijfje en de
7