Jaargang nr 14 2000 Zo waren er trekhonden, jachthonden, waakhonden en gezelschapshonden. Een trekhond was onmisbaar, maar ook een waakhond en een jachthond waren nuttig. Hierbij moest men dus voorzichtig omspringen met de belastingtarieven. Maar de hond die alleen maar dienst deed als gezelschapshond voor de mens? De hond in die klasse werd het zwaarst belast. En dat in een tijd dat pensioen en AOW nog ver achter de economische horizon op betere tijden lagen te wachten. Ook toen kon zo'n huisvriendje voor veel mensen van onschatbare waarde zijn en was soms het enige zonnetje in huis. In latere jaren ging men dat ook inzien en werd in schrijnende gevallen vrijstelling of vermindering van hondenbelasting verleend. In de vergadering van de raad op 29 april 1904 is er weer volop discussie over het onderwerp Hondenbelasting. De honden mogen niet loslopen, immers dat verhoogt de kans op besmetting, en om nu maar te bewerkstelligen dat ze niet losgelaten worden stelde het college voor om alle honden die loslopend worden aangetroffen in te delen in de duurste klasse, ook als het een laag geklasseerde trekhond was. Om te kunnen controleren met welke hond men te maken had, werd de hondenpenning ingesteld. De trekhonden hadden het in die dagen overigens niet altijd even leuk. De wegen waarover zij hun last moesten trekken waren slecht tot zeer slecht en de vrachten zwaar. De baasjes waren zelf een hard leven gewend en medelijden met hun dier paste niet altijd in hun leefpatroon. De goede niet te na gesproken, viel er op menig trekhondenvoerman wel wat aan te merken. Maar om niet in de hoogste tarieven te worden ingedeeld moesten dus ook de trekhonden vastgezet worden. Direct onder de kar vandaan aan de ketting. Dat was afschuwelijk. 5

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Stichting Oud Limmen | 2000 | | pagina 6