1 Emma vertelde hoe dat in de begintijd was gegaan. In de etalage hadden zij een paar pakjes boter gelegd om te tonen dat zij in zuivelprodukten handelden. Maar het zomerochtendzonnetje had zich aan de boter vergrepen en er een misvormd hoopje gesmolten smurrie van gemaakt. Zij begrepen dat het zo niet kon; het moesten lege doosjes worden, maar die hadden ze niet. Er werd een kleine grossier bereid gevonden om wat spullen in de schappen te doen en de etalage een echt winkelaanzicht te geven. Afrekenen kwam als de spullen verkocht waren. Dat begon goed te gaan en later kwam groothandel Jacobs de voorraden aanvullen. Zo groeide de verkoop, tot in de jaren '40 de oorlogstoestand weer voor moeilijkheden ging zorgen. Trijn op haar ronde Bovendien waren we in die oorlogsjaren rijk gezegend met strenge winters. Voor de jeugd was dat niet zo erg, maar voor mensen die alle dagen langs de weg moesten was het een verschrikking. Voor Trijn, Annie en Emma was het alle dagen afzien geblazen. Strenge vorst en bergen sneeuw moesten zij dagelijks trotseren. Met de fiets ging het niet meer, daarom had ome Cor Borst een slee voor ze gemaakt. Een zeer degelijk van zwaar hout getimmerde laadbak, zonder glj-jzers. Eigenlijk zou daar een paard voor moeten, maar ja waar haal je zo gauw een paard vandaan. De dames moesten er dus zelf voor. De meeste produkten vielen onder de distributie en de klanten konden daarom alleen levensmiddelen krijgen tegen inlevering van een bonnetje. Als de vrouwen dan 's avonds, moe van het sloven 11 to*

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Stichting Oud Limmen | 2000 | | pagina 42